3 May 2017

Opbouwen van relaties. Ook geschikt voor politici.

Een vraag die ik regelmatig wel eens te horen krijg gaat over het doorverwijzen van mensen naar elkaar. Enkele weken geleden las ik een artikel over een Antwerpse startup die een softwaretool had ontwikkeld om vraag en aanbod samen te brengen tijdens netwerkevents. Het werd een beetje voorgesteld als het netwerk-ei van Columbus, maar ik kan alleen maar vaststellen dat ik in de voorbije tien jaar al minstens een tiental van dergelijke programma’s of tools heb gezien. Maar dat is niet eens het belangrijkste punt. Ik stel meestal ook vast dat deze tools in principe absoluut niets te maken hebben met netwerken. Netwerken is vooral een hippe paraplu om iets in de markt te zetten.

Deze tools brengen vraag en aanbod samen met mogelijke business tot gevolg. Dat noem ik zeker niet netwerken, dit noem ik gewoon “zaken doen” en daar is een dergelijke tool zeker geschikt voor. Eigenlijk doen online marktplaatsen exact hetzelfde, vraag en aanbod samenbrengen, al dan niet tegen betaling van een abonnementsgeld. Netwerken is toch iets helemaal anders. Netwerken is in eerste instantie het opbouwen van lange termijn zakenrelaties. Op basis van vertrouwen en reputatie gaan we, wanneer de gelegenheid zich voordoet, interessante prospects en leads naar elkaar doorsturen.
 
Een dergelijke relatie kan je niet opbouwen door één of twee kortstondige ontmoetingen, daar is tijd voor nodig en een continu inspanning om zelf actief die relaties verder op te bouwen. Het heeft weinig zin om elke week een ander netwerkevent te bezoeken, wanneer dit zou betekenen dat je je contacten gemiddeld slechts één of twee keer per jaar tegenkomt. Bezoek dan liever twee of drie geselecteerde netwerkevents per maand, maar bezoek die drie events dan liefst elke maand opnieuw zodat je duurzame relaties kan opbouwen.
 
De gemeenteraads- en provinciale verkiezingen van 2018 zijn nog een klein jaartje van ons verwijderd, maar toch kunnen we niet ontkennen dat de verkiezingskoorts stillaan de kop opsteekt. Het moment is weer aangebroken dat een aantal politici opnieuw hun accounts gaan ontdekken op sociale media. Die accounts liggen in een diepe winterslaap sinds de dag na de vorige verkiezingen. Uiteraard werkt het niet op die manier. Sociale media zijn geen gratuite propagandatool. Politici die enkel en alleen met hun kiezers communiceren in volle kiesstrijd zijn misschien zelfs uw stem niet waard.
 
Als vertegenwoordiger van de bevolking moeten ze 365 dagen per jaar luisteren naar onze verzuchtingen en deze vertalen in hun beleid en beslissingen. Wanneer politici zich herkennen in wat ik hier neerschrijf is misschien het moment aangebroken om het goede voornemen te maken deze keer niet te stoppen met communiceren na de verkiezingen. Uiteraard zijn er ook heel wat politici die wel op een correcte manier gebruik maken van sociale media.
 
Zoals ik in het verleden al vaker heb gezegd en geschreven : “Beschouw je online publiek niet als kiesvee, maar als een groep mensen die mogelijk ook interesse hebben in hun gemeente en de lokale politiek… en waarmee je een bijzonder waardevolle tweewegcommunicatie kan opzetten. Wat er gebeurt in je gemeente kom je niet meer alleen te weten aan de cafétoog. Een grotere pakkans na enkele pintjes, het rookverbod, stijgende prijzen door de witte kassa, mobiliteits- en andere problemen hebben ervoor gezorgd dat cafés steeds minder worden bezocht. De doorsnede van de bevolking die je dagelijks aantreft op Facebook en andere netwerken is een pak groter dan de habitués die dagelijks aan de plakkerige cafétoog hangen”. Ik verwijs graag naar een eerder artikel over dit onderwerp voor enkele netwerktips voor politici.